Hef de vermogens-rendementsheffing eerlijk op het verkregen rendement
Zoals ook aangegeven in het artikel over het verschil tussen belasting op inkomen en winstuitkering, wordt de ongelijkheid tussen vermogenden en werknemers steeds groter. Thomas Piketty geeft in zijn twee boeken een uitgebreide analyse hoe het verschil tussen arm en rijk steeds groter wordt en wat de nadelen daarvan zijn. Dit komt niet alleen door het verschil in vermogen en de verschillen in aftrekposten voor bedrijven, maar ook door het bijna onbelast kunnen laten groeien van vermogen. Het moet eigenlijk niet uitmaken waarom je rijker wordt, je moet altijd belasting betalen over het voordeel dat je krijgt wanneer het meer wordt. Als we dat niet doen zouden we ook de inkomstenbelasting in twijfel moeten trekken. Daarom zou ook de vermogensrendementsheffing beter moeten. Niet gebaseerd op een fictief rendement maar op een werkelijk rendement. En niet alleen het rendement d.m.v. rente of winstuitkering, maar ook het rendement door meer waard worden van zaken die verkocht zijn.
In beginsel wordt er belasting betaald op de rente die ontvangen wordt en op het dividend dat wordt uitgekeerd. Daar bovenop hoort belasting betaald te worden op de ontvangsten van royalty’s. Alle drie kunnen afgevangen worden door het heffen van belasting aan de bron, namelijk bij degene die de rente, royalty’s of dividend uitkeert en daarover winstuitkeringsbelasting moet betalen. Lastiger wordt het bij zaken die meer waard zijn geworden tussen de aanschaf en verkoop. Daarbij is er namelijk een duidelijk voordeel tijdens de verkoop, maar gedurende de opbouw van dat voordeel kan je daar nog niet bij. Het ligt dus voor de hand om dit voordeel te belasten tijdens de verkoop en alleen voor het deel waarvoor geen kosten gemaakt zijn. Een dergelijke belasting komt in de plaats van de huidige vermogensrendementsheffing.
Daarbij kan vooral gedacht worden aan de verkoop van aandelen en de verkoop van een huis. De meerwaarde van de aandelen, minus inflatie, minus aan en verkoopkosten, minus de aanschafwaarde is de winst. Die winst op aandelen is een duidelijk voordeel wat op dit moment beperkt belast wordt. In andere landen is het heel gebruikelijk dat dit wel belast wordt, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk als Capital Gain taxes van 15% tot 20%. Voor Nederland kan er gedacht worden aan een belastingpercentage dat vergelijkbaar is met de dividendbelasting, dus zo’n 15% tot 25% vermogensrendementsheffing. Daarbij kan dan natuurlijk het verlies dat op verkoop van aandelen gemaakt wordt in mindering gebracht worden.
Voor verkoop van andere waardevolle zaken als kunst, antiek, horloges en bitcoins kan aan eenzelfde systeem gedacht worden. Een handelaar zou over de winst op zijn handelswaar immers ook belasting betaald hebben. Natuurlijk kan ook hier rekening gehouden worden met de kosten en de verliezen op vergelijkbare producten. Op de rest wordt dan een vergelijkbare vermogensrendementsheffing geheven van bijvoorbeeld 25%.
Het wordt spannend als de eigen woning verkocht wordt. Een stijging van de huizenprijs is immers winst voor de verkoper. Daar kan tegenover gezegd worden dat ook hier natuurlijk de kosten afgetrokken kunnen worden, waarbij de belangrijkste kosten de verbouwingen, onderhoud en hypotheekrente zijn. Met een hypotheekrente van 2% moet een huis dus al meer dan 2% in waarde stijgen in een jaar om überhaupt te kunnen spreken van winst bij verkoop. Op hetgeen wat overblijft kan dan wederom een vermogensrendementsheffing worden geheven van 25%. De overdrachtsbelasting van 2% wordt natuurlijk afgeschaft aangezien het anders dubbel belast wordt. Dit is dus voordelig als de huizenprijzen beperkt gestegen zijn, maar nadelig bij grote stijgingen.
Op dit moment wordt er al een gelijkwaardige belasting geheven op de verkoop van aandelen bij een aanmerkelijk belang, dus bij bezit van meer dan 5%. Dan wordt er 25% aanmerkelijkbelangheffing geheven op het verschil tussen de waarde bij aankoop en verkoop. Een ondernemer die een bedrijf begint, dat bedrijf steeds meer in waarde ziet stijgen en het uiteindelijk gedeeltelijk verkoopt moet daar uiteindelijk belasting over betalen. Het zou gek zijn als iemand belastingvrij een paar miljoen kan incasseren omdat een investeerder zijn aandeel wil kopen. Dat hij zoveel geld krijgt is zijn verdienste, maar hij staat niet boven de werknemer in de zin van belasting betalen, toch? In werkelijkheid staat hij dat wel omdat er geen gelijk percentage betaald wordt als voor de inkomstenbelasting. Op dit moment is de verkoper van de aandelen in het bedrijf dus in het voordeel t.o.v. de werknemer als het gaat om belasting betalen op wat hij krijgt, maar voornamelijk doordat niet altijd vennootschapsbelasting wordt betaald.
Zoals men kan verwachten komt een belasting op vermogensvermeerdering met name ten laste van de meest vermogende personen. Zoals Piketty al heeft aangegeven trekt vermogen uiteindelijk vermogen aan en wordt daar dus de meeste belasting geheven. Percentueel gebeurt er echter niks anders dan bij een werknemer die belegt of spaart. Een gelijke vermogensrendementsheffing gaat dus de vermogensongelijkheidsgroei niet tegen, hij vertraagt hem alleen. Pas bij een progressieve belasting en bij een start op een gelijk punt als de inkomstenbelasting zal er sprake zijn van een vermogensongelijkheidskrimp. Er zou dus minimaal sprake moeten zijn van een vermogensrendementsheffing die even hoog is al de inkomstenbelasting.
1 reactie
[…] bovenstaande blijft er een belastingongelijkheid over, namelijk dat vermogen vanzelf groeit en dat dit niet op eenzelfde manier wordt belast. Het moet eigenlijk niet uitmaken waarom je rijker wordt, je moet altijd belasting betalen over het […]